1.
Keeper: Michel Preud’homme (Standard Luik)
“Michel was niet alleen atletisch en pakte veel punten voor ons. Hij was ook een keeper die leiding op het veld kon en wilde geven. Hij zette de verdedigers op de juiste lijn neer en regelde dat alles voor hem goed stond. Een perfectionist.”
2.
Rechtsback: Eric Gerets (Standard Luik)
“Niet voor niets de Leeuw van Vlaanderen. Hij was keihard. Niet alleen voor zijn medespelers, ook voor zichzelf. Ik herinner me nog dat we in een interland aan de tweede helft begonnen. Hij maakte een gebaar en meldde dat ik er niet bij hem langskwam. Toen ben ik maar van kant gewisseld met Pier Tol, haha.”
3.
Rechter centrale verdediger: Ruud Krol (Ajax)
“Ik maakte hem in de laatste drie jaar van zijn carrière mee. Hij gaf me vaak genoeg op mijn donder als ik mijn mannetje liet lopen of de bal te lang bij me hield. Ik vond het wel lekker dat iemand zo oprecht tegenover me was en zei wat hij vond.”
4.
Linker centrale verdediger: Theo Poel (Standard Luik)
“Waar Ruud juist een voetballende verdediger is, was Theo een heel ander type. Hij voerde zijn taak om de spits uit te schakelen perfect uit. Hij veroverde de bal en leverde deze altijd weer bij de goede kleur in. Hij was niet zo groot, maar beschikte over een uitstekende timing. Klagen deed hij nooit.”
5.
Linksback: Gerard Plessers (Standard Luik)
“Niet alleen verdedigend, maar ook aanvallend goed. Hij overliep me regelmatig en vloekte als hij daarna de bal niet van me meekreeg. Hij beschikte over een perfecte lange bal en vond linksback de makkelijkste positie die er was. ‘Is de bal aan de ene kant, moet je naar binnen knijpen. Aan de andere kant houd je je mannetje voor je’. Punt.”
6.
Rechtshalf: Frank Arnesen (Ajax)
“Frank is van mijn leeftijd. Een diepgaande middenvelder met een goede pass. Hij kon gemakkelijk zijn mannetje passeren en scoorde ook vaak.”
7.
Centrale middenvelder: Asgeir Sigurvinsson (Standard Luik)
“Een topper in alle opzichten. Sterk, scorend vermogen, een harde werker, iemand die heel goed kon voetballen. Hij gaf nooit een verloren bal. Als ik de diepte inliep, wist ik dat op maat aangespeeld werd.”
8.
Linkshalf: Sören Lerby (Ajax)
“Een harde werker. Technisch was Sören niet zo vaardig, maar hij ging altijd voorop in de strijd. Hij pepte spelers op en zat achter iedereen aan. Met Frank en Sören gingen we wel bij Hans Erkens in Limburg op bezoek of biljarten we na de training net zolang in het spelershome tot het op slot ging.”
9.
Rechtsbuiten: Tscheu La Ling (Ajax)
“Voor hem was aan de stadszijde van De Meer zelfs een apart vak ingericht. Tscheu was een publieksspeler. Als je hem een bal gaf, deed hij daar iets goeds mee. Dat was genieten. Als ik zelf niet in de wedstrijd zat, werkte ik voor hem.”
10.
Spits: Ruud Geels (Ajax)
“Ruud kende een uitstekende timing voor de bal. Hij kon erg hoog springen en dan ook nog eens geduldig en rustig zijn. Hij maakte enorm veel goals. Na de training bleven we vaak hangen. Oefenden we in het halletje in De Meer op corners en voorzetten.”
11.
Linksbuiten: Simon Tahamata
“Bij al mijn clubs stond ik op die positie. Ik ben tweebenig, maar die bewegingen op rechts voelden niet goed. Dan ging ik toch met links dribbelen en was het vervolg niet best. Aan de linkerkant voelde ik me het prettigst. Daar kon ik mooi mijn gang gaan.”
Trainer:
Raymond Goethals (Standard Luik)
“Hij liet me vrij. Als ik vragen had, zag je zijn blik. ‘Simon, alsjeblieft, voetballen moet gij’. Hij gaf me nauwelijks opdrachten mee en toonde zo zijn vertrouwen. Buiten het veld was hij een fanatieke kaarter. Hij speelde belot, een soort klaverjassen. Met zijn assistent Léon Semmeling zag ik hem veel partijen spelen. Ik niet. Ik was meer van het lezen.”
Wisselspelers:
Piet Schrijvers (Ajax)
Ralf Edström (Standard Luik)
Dick Schoenaker (Ajax)
Mario Been (Feyenoord)
Dirk Goossens (Beerschot)
Horst Hrubesch (Standard Luik)
Michel Renquin (Standard Luik)