Hoe zijn we hier beland?
Toen online kansspelen in oktober 2021 in Nederland legaal werden, volgde er al snel een enorme golf aan reclame. Overal waar je keek, op televisie, in bushokjes, en zelfs op voetbalshirts, was het niet te missen. Vooral in de sport werd er flink geïnvesteerd: bijna alle Eredivisieclubs hadden binnen een mum van tijd een gokpartner gevonden. Het geld stroomde binnen, en niemand leek zich er echt druk over te maken. Tot het moment kwam dat duidelijk werd: jongeren en kwetsbare groepen betalen hier de prijs voor.
Daarom besloot de overheid in te grijpen. Eerst werd er een beperking opgelegd aan ongerichte reclame, zoals die op televisie en buiten. Vervolgens werd het sponsoren van evenementen en media verboden. En nu is het tijd voor de laatste stap: verbod sportsponsoring door online gokbedrijven.
Wat houdt het verbod precies in?
Vanaf 1 juli 2025 is het voor sportclubs en sportorganisaties niet meer toegestaan om op enige zichtbare manier samen te werken met online kansspelaanbieders. Dit houdt in dat logo’s niet meer op shirts, stadion borden of social media mogen verschijnen. Ook branded merchandise, zelfs niet van voorgaande seizoenen, is verboden.
Bovendien zijn creatieve 'omwegsponsoring' via neven merken of onduidelijke constructies niet toegestaan. En nee, het oprichten van een zogenaamd ‘onafhankelijk mediakanaal’ dat een opvallend vergelijkbare naam heeft als een casino, gaat ook niet door de beugel.
De toezichthouder, de Kansspelautoriteit (Ksa), heeft duidelijk gemaakt dat er strenge controles en directe handhaving zullen plaatsvinden. Ze zullen ook in de gaten houden of bedrijven manieren proberen te vinden om het verbod te omzeilen, een situatie die we al in België hebben gezien, waar gokbedrijven onder de radar probeerden te blijven met alternatieve merknamen.
Voor clubs een harde klap
Het verbod zorgt voor een jaarlijks verlies van tientallen miljoenen euro’s voor sportclubs. In 2023 werd geschat dat er zo’n €70 miljoen aan inkomsten uit deze sector kwam, waarvan €40 miljoen afkomstig was van directe sponsordeals en €30 miljoen aan indirecte mediawaarde. Voor de grotere clubs is dit vervelend, maar overleefbaar. Maar voor de kleinere clubs en amateurorganisaties kan dit echt een grote klap zijn.
Zij moeten nu op zoek naar alternatieve sponsoren, en dat is in 2025 geen gemakkelijke taak. Ook andere sporten zoals darts, basketbal en volleybal ondervinden de gevolgen. Goksponsoring was voor hen vaak een van de weinige betrouwbare inkomstenbronnen.
En wat vinden de fans?
De meningen zijn verdeeld. Aan de ene kant zijn er fans die het niet kunnen waarderen: "We willen geen gokbedrijf op het shirt van onze club." Ze maken zich zorgen over de normalisering van gokken, vooral onder jongeren.
Aan de andere kant zijn er ook veel die het jammer vinden. "Dit is weer zo typisch: Nederland stelt regels op die strenger zijn dan die in andere landen, en nu lopen onze clubs financieel achter." Het feit dat veel Europese topclubs nog steeds kunnen samenwerken met gokbedrijven, wekt vooral irritatie.
En nu?
Clubs staan nu voor een flinke uitdaging: waar vind je vervangende sponsorgelden? Misschien biedt dit ook kansen: er is ruimte voor duurzame bedrijven, maatschappelijke initiatieven en lokale ondernemers om zich aan te sluiten.
De sportsector moet nu echt creatief aan de slag, gelukkig is dat een van hun grootste kwaliteiten. Ook de goksector staat voor grote veranderingen. Geen zichtbaarheid meer op de sportvelden betekent dat ze nieuwe (en vooral streng gereguleerde) manieren moeten vinden om hun publiek te bereiken.