Voor zijn vertrek kwam Matthew Steenvoorden drie jaar uit voor SC Cambuur. Hoewel het team elk seizoen de play-offs bereikte, verlengde de Friese club het contract van de verdediger uit Leidschendam niet. “Enkele weken later appte oud-Cambuurspeler Justin Mathieu met de vraag wat ik van HNK Gorica vond. Om eerlijk te zijn, het zei me niet zoveel.” Hij twijfelde een tijdje. Want was 25 niet te jong om de stap naar het buitenland al te maken? Anderzijds vond hij het spannend om op avontuur te gaan naar een nieuwe omgeving om te kijken hoe hij zich daarin vormde. “Ik besloot het een kans te geven en boekte een vliegticket.”
Koffer
Met de intentie om het ‘allemaal even aan te kijken’, landde hij op het vliegveld. Steenvoorden zou voor een week in Kroatië blijven zodat hij alles rustig kon laten inwerken. “Binnen twee dagen tekende ik mijn contract”, lacht hij. De verdediger was onder de indruk van de professionaliteit van HNK Gorica en de pracht en praal van het land zelf. “Al is de mentaliteit soms frustrerend. Als je nu iets nodig hebt, komt het pas over twee weken. Gelukkig ben ik er inmiddels wel aan gewend. Zijn Nederlandse teamgenoten Joey Suk en Mathieu vingen hem goed op en met die laatste betrok hij een appartement. “In het begin had ik slechts één koffer want de intentie was dat ik weer naar huis ging.” Halsoverkop kocht hij snel nieuwe kleren en inboedel. “Mijn spullen in Nederland stalde ik in een opslagbox. Toen dacht ik nog dat ik snel weer terug zou keren. Uiteindelijk heb ik die zooi na een tijd maar gewoon verkocht”, klinkt het lachend.
Via de Kroatische Funda en de vertaalapp ging Steenvoorden opzoek naar een eigen stekje, maar dat bleek nog niet zo makkelijk. “De bestaande woningen zijn vaak gedateerd en niet zo weelderig. Daarnaast blijven huizen vaak in de familie waardoor er weinig aanbod is. Gelukkig is de nieuwbouw een stuk beter.” Na lang zoeken vond hij zijn droomhuis met ‘lekkere Europese luxe’. In zijn huidige appartement woont hij samen met zijn vriendin en chowchow. “Binnenkort ook met een kleine, mijn vriendin is hoogzwanger.”
Fans
Het stel bezoekt regelmatig de Kroatische hoofdstad Zagreb die op een halfuurtje reizen ligt. “Als we wat langer vrij zijn, gaan we lekker naar de kust. Met de warme zomers hier is dat een aanrader.” In Velika Gorica zelf is het wat minder spannend en lijkt het soms meer op een spookstad. Wel kun je er lekker eten en drinken. Vooral van de vleesspecialiteit ?evapi kan Steenvoorden erg genieten. Hij bestelt het gerecht, dat bestaat uit een soort worstjes gemaakt van gehakt, steevast in de restaurantjes in de stad. “Soms herkent het personeel me ook en dan trakteren ze op een glaasje rakija. Vergelijkbaar met cognac, maar wel lekker.” Als de vaak wat oudere Kroaten vervolgens een gesprek beginnen, snapt hij er vrij weinig van. “Als ik gewoon wat knik, vinden ze het al goed.”
De hele stad is fan van HNK Gorica, zelfs nu het de laatste tijd wat slechter gaat. De club staat als een verzopen kat onderaan terwijl het doel eigenlijk ‘meedoen om Europees voetbal’ is. “Waar het aan ligt, weet ik niet. Maar er is nog lang geen paniek in de tent. We spelen vier keer tegen elkaar, dus het seizoen duurt nog wel even. Als we eens twee keer winnen, ziet de wereld er weer heel anders uit.” De voorgaande seizoenen van Steenvoorden gingen een stuk beter. Zo gaf het team één keer een vrijwel zeker gestelde plek voor Europees voetbal op het laatste moment weg. “We stonden twaalf punten voor. Op de een of andere manier ging het uiteindelijk alsnog fout”, treurt hij.
Politie
De fans op de tribune lijken er niet om te malen. “Het is nooit heel druk. De meesten kijken samen in barretjes met een biertje. Dat is echt een traditie hier. Om negen uur ’s morgens zitten ze al aan het gerstenat.” Bij uitwedstrijden is het uitvak bijna leeg. Slechts een handjevol supporters reist mee. “Die ken ik tegenwoordig ook allemaal”, lacht Steenvoorden. Twee wedstrijden per jaar zitten de tribunes van Gorica wel vol: de duels tegen topclub HNK Hajduk Split. “Zij hebben de fanatiekste aanhang van het land en dan lijkt het net of we een uitwedstrijd in eigen stadion spelen.” Tegen die ploegen speelt de ploeg vaak een soort kick and rush-voetbal. “We spelen sowieso directer en fysieker dan in Nederland. Daar speelde je vaak ellenlang geduldig op balbezit tot je er moe van werd. Die scheidsrechters zijn hier wel van een lager niveau. Zeker tegen de topclubs kreeg je voor de VAR-tijd weleens strafschoppen voor niks.” Toen de verdediger alsnog eens won van Split, werden hun fans woest. Een toeschouwer betrad zelfs het veld om de spelers toe te spreken. “Er was aardig wat politie, maar ze deden niks.”
Dat deden de dienders ook niet toen ze teamgenoot Suk staandehielden toen hij iets te hard reed. “Joey had thuis nog wel een wedstrijdshirtje zei hij tegen de agent. Vervolgens zijn ze met z’n tweeën naar huis gereden. Daar kreeg de blauwhemd het tenue en daarmee was de kous af”, lacht Steenvoorden die zelf nog nooit zoiets heeft meegemaakt. Onlangs verlengde de verdediger zijn contract, dus wellicht gaat hij het nog in de toekomst meemaken. “Wat ik na Gorica ga doen, weet ik nog niet. Mijn opa komt uit Indonesië en het lijkt me wel heel gaaf om daar nog eens te voetballen”, besluit hij.